Blaffen naar meneer Klepper

Daar komt de krantenjongen de voortuin in. Hij heeft niks te klagen. Het is droog, er staat geen wind en wij beschikken (nog) niet over een oprijlaan. Als de krantenjongen zijn best doet kan hij de krant vanaf het hekje in de brievenbus doen. Hij heeft deze ochtend een makkie. Toch presteert de krantingooiman om de gehele wijk wakker te brommeren. Het lijkt wel alsof Jeffrey Herlings de straat in komt gieren. Waarom gaan krantenjongens niet gewoon op de fiets. Zo’n oude Gazelle zonder spatborden en doorgezakte banden van de veel te zware fietstassen. Zo hoort het te gaan.

"Ik spotte hem als een vogelaar die een jonge Fuut ziet paren"

Laatst zag ik een krantenjongen stiekem uit een auto glippen. Het miezerde een beetje en hij keek in het schemerdonker schichtig om zich heen. Hij waande zich onbespied. Hij dacht dat niemand door zou hebben dat hij stiekem door zijn moeder gebracht werd. Maar hij vergiste zich. Ik spotte hem als een vogelaar die een jonge Fuut ziet paren. Hij had pech. Ik laat mij niet bij de neus nemen. Dan moet je nog vroeger opstaan. Wat een nepperie. En dan wel met een kaart bij de deur staan om gelukkig nieuwsjaar te wensen. Ja dank je de koekoek. Dan telt het niet. Dan krijg je geen stuiver. Ja lucht voor je fietsband mag je hebben, en nou wegwezen. Daarbij, met wat voor reden moeten die gasten de krant in de bus gooien met het lawaai van een fabriekshal. Doe gewoon stil. Ik heb de krantenjongen nog nooit gezien maar in de familie heeft hij wel een bijnaam. Ik noem hem Sam Klepper.

In de krant van die ochtend stond trouwens iets opvallends. Op verschillende scholen worden noodmaatregelen genomen tegen het lerarentekort. Er worden ouders voor de klas gevraagd om de vacante posities in te nemen. Ook opa’s en oma’s waren welkom aldus de directie. Ze zorgden nog wel voor educatief materiaal en spelletjes. Dat is wel sympathiek. Ik moet dat toch even laten bezinken. Het is een beetje alsof  de dierentuin vraagt om op de zeeleeuwen te passen. “Wij zorgen voor de vis en het water”. In het vliegtuig hoef ik toch ook niet zelf op zoek naar nootjes. Of dat ik bij de kapper een schaar van de zaak krijg en een spiegel. En opa’s en oma’s al helemaal niet. Laat die er lekker buiten. Die zijn blij dat ze even geen kleinkinderen hebben om op te passen. Dat ze rustig een dagje kruiswoordraadsels kunnen oplossen tijdens de negentiende herhaling van de ‘Bold en the Beautiful’. Ik denk dat er een omslag moet komen in onderwijsland. Het negatieve imago moet de prullenbak in.

In mijn boek Fleudemeu schrijf ik talloze voorbeelden om met kleine aanpassingen het onderwijs drastisch te verbeteren. Stop eerst eens met alle onzinnige noodmaatregelen. Als het zo ver is gekomen dat scholen terug moeten naar vier dagen lesgeven of ouders voor de klas moeten gaan zetten kan je net zo goed geen les geven. Doe dan de deur maar gewoon dicht na de vakantie en ga pas weer open als je iets hebt bereikt met je staking. En anders moet de overheid beslissen dat iedereen nog maar één kind mag krijgen. Net als in China. Daar hebben ze helemaal geen lerarentekort. Dus het werkt. En anders zetten ze gewoon een ouder voor de klas. Ziet niemand.

Trouwens, volgende keer dat de krantenjongen komt ga ik achter de brievenbus zitten en blaffen. Kijken of meneer Klepper dan nog zo’n held is.